Vlooien lijken de laatste jaren steeds vaker voor te komen, ook in de winter.
We zien helaas ook dat er veel resistentie is voor de bekende vlooienmiddelen en dieren ondanks behandeling toch vlooien krijgen.
Het is dus erg belangrijk om het dier, ook al heeft uw dier vlooienmiddel gekregen, regelmatig te controleren op vlooien.
Gelukkig zijn er nog wel goede werkzame middelen maar is het belangrijk dat u zich goed laat informeren bij de aanschaf hiervan.
Bij een vlooienbesmetting is het vlooienmiddel voor het dier uiteraard van belang, maar de juiste behandeling van de leefomgeving net zo!
Om een vlooienbesmetting of vlooienplaag te voorkomen is het belangrijk uw dier regelmatig (frequentie is afhankelijk van het middel) met het juiste middel te behandelen.
Vlooien zijn bloedzuigende parasieten die veel jeuk veroorzaken.
Gevoelige huisdieren kunnen na een enkele vlooienbeten een allergische reactie opwekken.
Dit resulteert in krabben, kaalheid, roodheid van de huid, schilfering en pukkeltjes.
Een ernstige besmetting kan leiden tot bloedarmoede, dit wordt eigenlijk alleen gezien bij zeer jonge dieren.
Levende stadia van de vlo bevinden zich niet alleen op het dier, maar ook in de omgeving waar het dier loopt en slaapt. Hier dient aandacht voor te zijn in een goed vlooienbestrijdingsplan.
Omgevingsfactoren als temperatuur en vochtigheid beïnvloeden de snelheid van de duur van de levenscyclus van vlo tot nieuwe vlooien. Deze cyclus kan onder de ideale omstandigheden binnen 12-14 dagen plaatsvinden, maar zich uitbreiden tot wel 240 dagen. De vrouwelijke vlo begint binnen 24-48 uur na haar eerste bloedmaaltijd met het produceren van eitjes, tot wel 50 eitjes per dag.
Deze vallen van het dier af en ontwikkelen zich in de omgeving tot larve en pop.
Als pop kunnen zij lange tijd (maanden) zonder geschikte gastheer overleven in de omgeving.
Onder warme weersomstandigheden zal de vlooiencyclus buiten versneld plaatsvinden. Vlooien zijn echter goed aangepast aan een leven binnenshuis, waar ze zich gedurende het hele jaar kunnen ontwikkelen onafhankelijk van het seizoen.
Een eenmaal binnenshuis gevestigde infectie bij hond of kat kan dus steeds erger worden en ook op mensen gaan zitten.
In de vlo kan zich een voorstadium van een Lintworm bevinden.
Deze Lintwormbesmetting kan na opeten van de vlo tijdens vachtverzorging door hond of kat bij deze dieren leiden tot de ontwikkeling van de volwassen Lintworm.
Het aantreffen van deze lintworm geeft dus aan dat er een vlooien besmetting is.
Verschillende vlooienmiddelen:
Honden en katten hebben meestal wel dezelfde vlooien, maar u kunt nooit voor honden en katten hetzelfde middel gebruiken.
Gebruik absoluut geen vlooienmiddelen die Permethrin bevatten bij katten.
Het toedienen van Permethrin is ten alle tijden giftig voor uw kat en leidt in veel gevallen tot de dood!
Als uw dier vlooien heeft is het belangrijk dat u z.s.m. het dier gaat behandelen.
- Ook andere dieren die in hetzelfde huishouden wonen hebben er baat bij om ook ontvlooid te worden. Zowel bij honden als bij katten.
Zo wordt en blijft de infectiedruk laag en is kans op herbesmetting kleiner.
- U kunt een goed vlooienmiddel bij uw dier(en) toedienen en proberen met een vlooienkam zoveel mogelijk vlooien te vangen en te doden.
*Let goed op het gewicht van uw dier; het vlooienmiddel moet geschikt zijn voor het gewicht van uw dier!
Uw huis en de omgeving van uw dier:
- Goed stofzuigen (stofzuigerzak hierna weggooien).
- Kleedjes, manden en stoffen materialen (knuffels en kussen) zo heet mogelijk wassen en indien mogelijk in de droger.
- Speciale omgevingsspray gebruiken om de naden, kieren en niet te wassen stoffen in uw huis te behandelen.
- Dit regelmatig herhalen.
- Voor uzelf goed noteren welk middel u gebruikt en wanneer u dit bij uw dier of in huis toegepast heeft.
*De meeste middelen moeten maandelijks bij uw dier herhaald worden, sommige middelen om de 3 maanden. Probeer dit strikt op de juiste tijd te herhalen.
- Bij besmetting met vlooien is ontworming voor uw dier ook sterk aangeraden.